Chocoladehuis Boon uit Hasselt is door ondernemersorganisatie UNIZO verkozen tot Limburgse HIB’er van het jaar. Patrick Mertens en Inge Lijnen volgen Studio Mattes van Charlie Martens op. HIB staat voor Handmade in Belgium. “Het doel van deze onderscheiding is om makers en ambachtsmannen en -vrouwen in de kijker te plaatsen. Vanuit UNIZO Limburg willen we ondernemers die ervoor kiezen om in België te produceren, ondersteunen”, aldus gedelegeerd bestuurder van UNIZO Limburg, Bart Lodewyckx. Chocoladehuis Boon stoot door naar de nationale finale en neemt het op 28 mei op tegen de winnaars uit de andere provincies.
Patrick Mertens en Inge Lijnen van Chocoladehuis Boon ontwikkelen en verkopen unieke chocolade creaties en pralines aan zowel particulieren, bedrijven en wederverkopers. “We bieden chocolade-oplossingen op maat aan en bedenken niet alleen het concept, maar maken ook zelf de vormen. Daarnaast is er ook een open atelier en geven we workshops. Alles is maatwerk en dus ook handwerk”, benadrukken Mertens en Lijnen. Bij Chocoladehuis Boon spelen maatwerk, kwaliteit en creativiteit een belangrijke rol. Het Hasseltse bedrijf heeft met buitenlandse merken als Paul Smith, Harrod’s, Nike, Microsoft, BMW/Mini en Bridgestone grote namen op hun realisatielijst. Het Hasselts bedrijf slaagt er ook jaarlijks in een groei op te tekenen in hun Europese export.
De prijs voor Limburgse HIB’er van het jaar is exclusief voorbehouden aan ondernemers (ambachtsman/-vrouw) die het zogenaamde Handmade in Belgium-label hebben. “De moderne consument gaat op zoek naar authentieke, handgemaakte producten en hecht meer en meer belang aan lokale productie, duurzame processen, herkomst van grondstoffen/ materiaal, … En dat is nu net waar het HIB-label voor staat. Met dat label willen we een sterker imago geven aan vakmanschap, het publiek wakker schudden rond de vele makers die in ons land werkzaam zijn en deze makers onderscheiden van industriële massaproductie. Met de jaarlijkse prijs voor HIB’er van het Jaar willen we het vakmanschap nog meer aandacht geven”, besluit Lodewyckx.